De stallen

terug naar voeiervirtuele rondgang door het [park omstreeks 1960slachthuisjestart en home

 gids en pagina overzicht

               

 

Toen de familie van Dijk in 1946 het dierenpark overnam van Burgers was er van de Stallen, de plek die niet voor het pubbliek toegankelijk was, nauwelijks iets goeds over. Een paar houten hokken en een slachthuisje (8). Als je voor en met je gezicht naar de ingang van het park n stond en je liep verder naar links kwam je bij het parkeerterrein en na ongeveer 125 meter zag je een dienstpoort. Je was dan ter hoogte van de bruine beren rots. Door de poort en meteen links weer een poort die toegang gaf tot de stallen.

stallen

Een omheind gedeelte van ongeveer 50 meter breed en 100 meter diep. Vlak ernaast, eigenlijk op het terrein van de stallen, (2) de woning van de kleine Niek. (N.C.A.M.1.1.1.4 van Dijk.)

 

Rechts stond het 'meel' (1) hok waar de zaden het brood en fruit  bewaard werden. Ook het tuig voor de pony's werd er bewaard. Het lederen tuig en de broodlucht zorgden voor een onvergetelijke geur.

 

Links stond een 5 tal houten stallen (7) tegen de omheining. Ongeveer in het midden een slachthuisje (8) en achteraan aan de linkerzijde een hooischuur (6)en weer 3 stallen.

 

In de houten stallen linksvoor (7) stonden meestal Kamelen of Dromedarissen, afgezien van die grote klodders groen slijm die ze naar je toe konden trompetteren, was het interessant om te zien hoe ze hun houten staldeuren 'opvraten'.  Ze versplinterden het hout vermaalden het en aten het gewoon op. Voor de dieren was dit geen probleem maar de halve staldeurtjes moesten wel regelmatig vervangen worden.

 

 

De heren van Dijk wilden veel hokken hebben  waar ze hun dieren in konden huisvesten en waarin  ze konden worden geacclimatiseerd. Rechts achter (4) werd een groot betonnen stallencomplex gebouwd en later uitgebreid (5) over de gehele achterzijde.  Er kwam een smidse (3) die ook voor een deel als garage dienst deed. Hier werden alle speeltoestellen en alle hekwerk gemaakt door Toon van Huygenvoort. Vanaf de garage richting hoofdpoort was de opslag van transportkisten, een ongewilde  rattenkwekerij.

 

Er was nog een poort die direct uitkwam op het parkeerterrein en speciaal gemaakt was om grote trailers achteruit in het 'gat' (9) voor het slachthuisje te laten rijden zodat de laadvloer gelijk kwam met het maaiveld en de kisten er zo opgerold konden worden. Automatische laadkleppen bestonden nog niet. Als het regende stond dat gat vol water en uiteraard modder als je erin schoot ging je tot heuphoogte in de blubber.

 

De stallen was 'verboden toegang' en de opperstalbaas Jan Vinkx zat dikwijls de jeugd achterna met een hooivork. Het was natuurlijk een sport om toch tussen en op de grote kisten verstoppertje te spelen en de hooiberg in te duiken zonder gepakt te worden.

 

Die hooiberg heeft menigmaal door broei in de fik gestaan en is een aantal malen  ook aangestoken. Als het regende en er lekte water onder de hooiberg, wat niet meer weg kon, ging  het hooi 'broeien' en was de kans op brand groot. Regelmatig werd het hooi opengeslagen zodat eventuele broei tijdig ontdekt kon worden. Ook voor de dieren was broeihooi gevaarlijk en kon, als ze het opaten, tot de dood leiden.

 

Vanaf 1960 verbeterde de situatie op de stallen snel. De de daken werden vernieuwd zodat broei minder kon voorkomen. Er werden deels betonnen vloeren aangelegd, er kwamen afvoeren naar een sterfput (het dierenpark was niet op het riool aangesloten) en er   kwam een waterleidingnet op een grondwaterpomp.

 

1