het park de firmade veiling bij het oude raadhuis
hijgtijger

 

gids en pagina overzicht  

 voeier en veiling

 

Het verzorgen van de dieren was het belangrijkste.  Weten hoe ze gehuisvest moeten worden en weten wat ze moeten eten. Het voer in gevangenschap was dikwijls heel anders dan in de natuur en soms wilden ze niets weten van het aangeboden voer.   Dan ging je aan de slag, al was het midden in de nacht,  en probeerde van alles uit om het dier aan het eten te krijgen. Welke diersoort was het? Eerst de boeken  induiken en informatie proberen te vinden. Miereneters aten mieren..oh nee termieten....die waren hier niet te krijgen. Proberen met miereneitjes in een papje. Heel klein beetje mierenzuur toevoegen.... honing en rauwe eieren en ja hoor mevrouw ging aan de gang. Na een paar dagen wat heel fijn gehakt ertussendoor en langzaam maar zeker lukte het......vitamines en mineralen erbij en het dieet was klaar.

 

Voorzichtig uitpakken om ze aan hun nieuwe omgeving te wennen. De kooi helemaal afschermen zodat ze geen zicht op de omgeving hadden en er rust was. Licht en geluid dimmen, lucht en temperatuur instellen en de luchtvochtigheid regelen. De dieren observeren als ze foerageerden om er achter te komen wat ze wel en niet wilden eten. Urenlang kijken zonder gezien te worden telkens weer iets aan het aangeboden voer veranderen. De voerbak omhoog, het voer in stukjes aan touwtjes hangen. Net zo lang totdat het lukte.

 

Voor de dieren werden voeder schema's gemaakt en de dierenarts controleerde regelmatig of ze niets tekort kwamen. Als de dieren niet wilde eten was er meestal iets niet goed, dan kwam de dierenarts soms wel 2 x per dag langs.

 

voorbeelden uit de voederlijsten:

 

Luzern hooi

vers gras

brood

Vlees

vis -wijting

winterwortelen

suikerbieten

sla

kool

knolraap

knollen

prei

appels

sinaasappels

 

komkommer

tomaat

bloemkool

aardappelen

spinazie

pallets en

korrels

tarwe

haver

havervlokken

rogge

kalk

grit

brood

 

 

meelwormen,

maden,

iereneitjes,

mierenzuur,

krekels,

gehakt,

honing

druiven

bessen

universeel

wit zaad

zwart zaad

kleine gierst

rozijnen

 

grote gierst

millet zaad

maanzaad

trosgierst

paddy

rijst

zonnepitten

hennep

mais

gemalen mais

droge garnalen

palmpitten  

 

 

cede vogelvoer

 

 

Bereidingen

In het seizoen van de Japanse Nachtegalen en natuurlijk ook voor andere fruit- en insecten eters moest het bestaande Universeelvoer van CeDe aangevuld worden met gestampte appels. Dus eigenlijk fijngesneden appels.  Stampen met een groot plamuurmes ging vlugger dan snijden . 10 Kisten (100 kilo) fijnsnijden of stampen. Soms was er een friet snijder (meestal waren ze kapot)  zodat de appels al als frietjes voorgesneden konden worden. Hoe kleiner de vogels waren waarvoor het voer bestemd was des te kleiner moesten de appels gesneden worden tot een soort ongekookte appelmoes toe. Met bananen was dat gemakkelijker, die waren zo fijngesneden.

pestvogel

pestvogel

Gekookte aardappelen stampen met honing,  bessensap toevoegen en er dan balletjes van draaien zo groot als een druif. Voor de Quetzals moesten ze er precies zo uitzien als hun natuurlijk voer, anders gingen ze niet aan het eten.

 

Er was altijd veel werk. Tweemaal per dag voeren en schoon drinkwater. Eenmaal per dag de drinkpotten uitwassen en de voerbakken schrobben 7 dagen per week. Vruchteneters zijn rasechte schijtlijsters en met 100 in een volière moest het goed worden bijhouden.

 

Voor veel dieren, vooral apen,  waren grote hoeveelheden gekookte rijst nodig. Bij de exporteur in het land van herkomst kregen ze rijst te eten en hier moest je ze langzaam overzetten op ander voedsel.

 

Havermout, weer met honing, was als pap prima voer voor jonge beren

gemengd met gekookte aardappelen was het basisvoer voor Tangara's.

quetzal

 

 

Voor de hoefdieren was hooi natuurlijk een belangrijk bestanddeel. In Juni en Juli werd jaarlijks ingekocht. Een deel werd opgeslagen in de hooimijt achter in het park en een deel voor op de stallen. Luzern moest het zijn want dat was het mooiste hooi. Een volle hooimijt was een schitterende speelplaats voor de jeugd.

 

Het inschatten van de hoeveelheid hooi die er per jaar nodig was, was cruciaal. Was er te veel ingekocht dan moest het weggegooid worden, was er te weinig ingekocht dan moest er bijgekocht worden. Duur, want de tekorten ontstonden bij een lange winter. Iedereen had dan te weinig hooi en de prijzen liepen op. Bijvoeren met bieten, winterwortel en kuilvoer was maar beperkt mogelijk.

 

 

De hoeveelheden voer die er nodig waren bij de firma en bij het dierenpark, waren zeer aanzienlijk.

 

Zonnepitten werden per 5 ton tegelijk besteld. Van de firma Duvekot in Goes was er elke week een bericht met de graan en beursprijzen zodat bij een gunstige prijs kon worden ingekocht. Voor het begin van het kanarieseizoen zo rond eind Augustus werd er 20 ton kanariezaad ingekocht. Als er te weinig was moest er worden bijgekocht. Daar kwam je meestal tegen het einde van de kanarie opkoopperiode in Januari achter. Dan waren de prijzen op zijn hoogst want de 'oude oogst' was uitverkocht  en de nog aanwezige voorraden waren nodig om opnieuw in te zaaien!

 

Kennis van de kwaliteit van de zaden was een 'must'  anders betaalde je veel te veel. Van Huis uit waren de van Dijks 'zaad' kenners, immers in 1893 had Cornelis (1.1) van Dijk al een vogel en zaadhandel in de Houtstraat.

 

De groenteboeren, Adams, Gertje Groenedaal, Hesselbert, brachten de appels met de 25 kisten van 10 kg tegelijk en als ze er waren 10 dozen bananen. De kisten van de groenteboeren moesten worden nagewogen want dat klopte nooit en het oude brood  van Smarius en de Kroon moest worden nageteld.  Bakkers konden niet tellen en groenteboeren konden niet wegen.

 

De zeldzame zwarte Palm Kaketoes aten palmnoten en het koste erg veel inspanning  om die te vinden. Via via werden ze uiteindelijk toch ergens op de kop getikt. Even duur als biefstuk.

 

 

dansfant

Wat eet een olifant per dag? Nou ga maar op zij staan.

 

20 broden, een baal hooi, een kist (10kg) appels en een halve kist bieten. Een emmer gerst.4 emmers water van 10 liter. Fijne takken en twijgen van eikenbomen twee of 3 armen vol. Afhankelijk van wat er was: vers gemaaid gras, andijvie, prei,knolraap.

 

Als er een charter met apen kwam, moest iedereen meehelpen, ook het kantoorpersoneel, om de dieren uit te pakken en te verzorgen.

 

De dames van kantoor kookten de rijst, mengden er  de medicijnen en voedingssupplementen door met een ruime hoeveelheid suiker of honing. Ongeveer 100 kilo per dag en dan de sweet potatoes snijden. Wel even 250  kilo per dag.