muts

de muts - zomer 1964

Prof.Verbernelaan, achter het dierenpark.
terug naar de pagina van peterterug naar de verhalen



Ja ja Tony en Christ , Pietje zijn vader en moeder, hadden vrienden die elke week borreltjes kwamen drinken, je weet wel van die Ouwe en Jonge Jaap van Knegtel.



Welnu deze bijzondere politieman en zijn vrouw, waren al snel zeer vertrouwd op de Verbernelaan. Stoere taal was niet van de lucht. Er stond een dubbelloops jachtgeweer bij ons in de gang en daar werd natuurlijk mee geschoten om de overlast van de kraaien te beperken.



Onze Qriel en Gerard Dusee, die logeerde bij ons, zouden die twee wel eens een loer draaien.



Toen het begon te schemeren, ze zaten lekker te borrelen,  zag de politieman ineens iets bewegen buiten voor het huis aan het einde van het grasveld en brulde:

'kneen, kneen op 't gras, Kriest 'n echt kneen, verdomme woar ist gewèèr???'



Affijn  het geweer gepakt, 't was toch spannend in de schemering…ut bordes op en aanleggen....

Ssst, zachtjes aanders naait ie eruit

...pang...nog eens pang...

het kneen bleef gewoon zitten..

Ik heb m', ik heb m, zei de politieman en toen huppelde het kneen un stukse verder over het grasveld. verdomme…zachtjes anders lôpt ie weg fluisterden ze tegen elkaar en.. pang.. pang.. maar 't kneen wouw niet dood.



Ze snapten er niks  van, dus nog eens pang pang en toen bewoog het eindelijk niet meer..

Dus twee volwassen mannen rennen struikelend de trappen van het bordes af over het grasveld om hun trofee op te halen...



Ongeloof en verbijstering en een bulderend gelach vanaf het huis. Daar stonden Gerard en Qriel met een lang touw in de hand dat aan de doorzeefde theemuts geknoopt was. Het kneen was een theemuts die kon 'huppelen' door aan het touw te trekken.

Ons moeder zei dat die twee die avond niet echt gelachen hebben en zeer stil waren.…



Zukke vrienden had ons pa en ons moeder.