Ja ja Tony en Christ , Pietje
zijn vader en moeder, hadden vrienden die elke week borreltjes kwamen drinken,
je weet wel van die Ouwe en Jonge Jaap van Knegtel.
Welnu deze bijzondere
politieman en zijn vrouw, waren al snel zeer vertrouwd op de Verbernelaan.
Stoere taal was niet van de lucht. Er stond een dubbelloops jachtgeweer bij ons
in de gang en daar werd natuurlijk mee geschoten om de overlast van de kraaien
te beperken.
Onze Qriel en Gerard Dusee,
die logeerde bij ons, zouden die twee wel eens een loer draaien.
Toen het begon te schemeren,
ze zaten lekker te borrelen, zag de politieman ineens iets bewegen buiten
voor het huis aan het einde van het grasveld en brulde:
'kneen, kneen
op 't gras, Kriest 'n echt kneen, verdomme woar ist gewèèr???'
Affijn het geweer gepakt, 't
was toch spannend in de schemering…ut bordes op en aanleggen....
Ssst, zachtjes
aanders naait ie eruit
...pang...nog
eens pang...
het kneen
bleef gewoon zitten..
Ik heb m', ik heb m, zei de
politieman en toen huppelde het kneen un stukse verder over het grasveld.
verdomme…zachtjes anders lôpt ie weg fluisterden ze tegen elkaar en.. pang..
pang.. maar 't kneen wouw niet dood.
Ze snapten er niks van,
dus nog eens pang pang en toen bewoog het eindelijk niet meer..
Dus twee volwassen mannen
rennen struikelend de trappen van het bordes af over het grasveld om hun trofee
op te halen...
Ongeloof en verbijstering en
een bulderend gelach vanaf het huis. Daar stonden Gerard en Qriel met een lang
touw in de hand dat aan de doorzeefde theemuts geknoopt was. Het kneen was een
theemuts die kon 'huppelen' door aan het touw te trekken.
Ons moeder zei dat die twee
die avond niet echt gelachen hebben en zeer stil waren.…
Zukke vrienden had ons pa en
ons moeder.
|