de verhalen ionmgezondengiods en paginaoverzichtstart en home

 

De koe en de Berenwagen

 

 

 

 

.

 

Als er maar weinig koeien doodgingen was vlees voor de leeuwen tijgers en andere roofdieren zeer schaars. De dieren mochten echter niks tekort komen. Om voor betaalbaar vlees te zorgen plaatste het dierenpark advertenties om boeren over te halen hun dooie koeien aan het dierenpark te verkopen, elke kilo dooie koe bracht 0.10 cent op. Dat was voor de boer aantrekkelijk want als het kadaver naar de destructor in Son afgevoerd werd dan beurde de boer niks.

 

Dus wij gingen met dat volkswagen busje dooie (stijve) koeien uit het weiland halen. Die konden nooit door de achterklep want die zat te hoog,  daar zat  de motor onder. Zo een een kadaver woog wel 300 tot 350 kilo. Optillen en erin schuiven ging dus niet. Dat werd opgelost door een ketting  door het Linkerachterraampje te halen en dan om de poten van de koe en langzaam met een tractor van de boer het busje  intrekken door de zijdeur.

 

Nou dat was behoorlijk werken en spannend. Dan moesten we met het lijk naar het slachthuis (abattoir) in Tilburg, daar werd een oor afgesneden om te keuren. Want als het vlees dan goedgekeurd werd  voor menselijke consumptie dan hadden we alle moeite voor niks gedaan en dan werd dit zogenaamd vrijbankvlees (wat goedkoop verkocht werd) en leden de dieren nog steeds  honger. De oplossing was meestal, zo niet altijd,  het beroemde tientje.

 

Soms werden ook dieren gevoerd die in het park overleden waren. Als er een beer doodging hadden de roofdieren weer een hele tijd te eten. Goed vlees kopen was natuurlijk niet haalbaar en dan werd er met drie tonnen in de bus maar slachtafval gehaald. Longen, hart en lever en ook hier moest het  tientje veelvuldig aan te pas komen om de vele kilo's aan te slepen.

 

Herinneringen van Peter (P.C.A 1.1.74) van Dijk