de leveranciers

         gids pagina overzicht

       

 

 

Er was een hele merkwaardige lijn in het verschuiven van de leveranciers van apen. Zoals het altijd met handel gaat probeert iedereen het beste en goedkoopst kanaal te vinden voor zijn produkten.

 

Waren eerst de leveranciers in Bangkok, en nog eerder India (Acooli ,ook al in 1935), in Beeld.

Later verschoof de 'bron' zich verder naar het oosten. Singapore, Kuala Lumpur, Djakarta en Manilla. 

De paspoort stempels van Christ (Q.P.C. 1.1.7) van Dijk spreken boekdelen. Er kwamen ook meer concurrenten en kleinere tussenhandelaren in beeld en langzaam maar zeker verdween de voorsprong in de markt. Rond 1968 werden er geen apen meer voor laboratoria doeleinden geleverd.

 

Met het verschuiven van de markt en het feller worden van de concurrentiestrijd werd er steeds inventiever ingespeeld op het kosten aspect. In plaats van met een eerste klas maatschappij (AIA) in 1958 te vliegen werden later veel goedkopere maatschappijen gebruikt en werd er bijvoorbeeld met Curtis Commando machines gevlogen. 

 

De eerste apenreizen werden gemaakt door Christ van Dijk en Tiny Kruijssen met ondersteuning van de Kleine Niek later alleen door Tiny Kruijssen

 

Inmiddels was er ook betere en grotere laadruimte beschikbaar bij de luchtvaartmaatschappijen en kleinere frequente zendingen hadden veel voordelen dus het charteren ging voor de apen weer voorbij. Er is echter ook een chartervlucht geweest naar Nairobi waar grote aantallen Meerkatten en Agapornissen werden gehaald bij Lou Peters. Op deze vlucht is Harrie (H.A. 1.1.1.2) van Dijk meegereisd.

 

De apenhandel was aan het 'verschuiven' maar de ontstane handelscontacten in alle Oosterse landen bleken van zeer grote waarde te zijn voor de firma en de handel groeide en bloeide.

 

 

1961 Tiny Kruijssen vermoeid in een Hotel in Kuala Lumpur.

 

 

De Curtis Commando was een 'oorlogs' machine en had veel gemeen met de beroemde Dakota (DC3). De laadruimte was ietsje kleiner dan van de DC4 waarmee de eerste charter werd uitgevoerd. Er werden zaken gedaan met het Zweedse Transair en er werd naar Kuala Lumpur gevlogen. (1961)
(de levensloop van dit toestel is dankzij de contract kopie iuit ons archief geheel gevolgd)


De terugreis verliep niet zo vlot. Omdat het een betrekkelijk klein vliegtuig was waren de afstanden die ineens konden worden overwonnen niet zo groot en er werd gehopt van het ene vliegveld naar het andere.

Soms kon er naar huis gebeld worden of een telegram gezonden maar dikwijls was er op zo'n klein vliegveld geen internationale telecommunicatie. Het 'thuisfront' had al 6 dagen sinds het vertrek niks vernomen en begon zich erg ongerust te maken totdat er na 8 dagen eindelijk gebeld werd vanuit Athene.

 

Ze stonden aan de grond met een klapband. Of er vanuit Tilburg geld gestuurd kon worden naar Zweden voor een nieuwe band anders konden ze niet vertrekken. Na 3 dagen en veel geregel konden ze naar Amsterdam vertrekken.


Met de dieren was niks mis, maar Christ en Tiny stonken vreselijk en hadden al die dagen geen bad kunnen nemen. Bij thuiskomst alles uit op de plaats en in bad. Alle kleren uit de koffers in de houten wasmachine die ook op de 'plots' stond.

 


 

 

 

De Transair bij aankomst op Schiphol. Op de foto Douane de Ridder, een onbekende helper, Fons (A.J.C. 1.2.1) van Dijk en Joost van Son van de firma Wassing.